" Woman seeks man man seeks Woman - Friendship - Dance "

The regio Partners in Passage
Het is mijn wens een boek te schrijven op een niet traditionele wijze. Met de passanten vanuit het internet zal ik het script samenstellen. Mijn weblog hiervan is opzichzelf nog geen gangbare werkwijze. Bij regelmaat in de tijd zal ik u een tekst op mijn weblog als content aanbieden. De passant krijgt ook de mogelijkheid om mee te schrijven. Bij het ontstaan van een definitieve tekst, zal ik uw informatie meewegen, bijvoorbeeld indien u een verandering of verbetering wenst. Indien u een reactie wilt plaatsen, dient u te klikken in de weblog op de "titel" boven de foto met de kleur blauw. Wacht dan eerst wel even tot de kleur zwart is en ga vervolgens naar onderaan het blad. U ziet bij het verstrekken van uw kennis af van mogelijke mede auteurs rechten, zij gaan automatisch over naar mij als auteur van het script. Indien mogelijk zult u wel als bron in het definitieve boek worden vermeld. Partners in Passage is met een biografische toonzetting als roman bedoeld. Par-in-pas is een afkorting van Partners in Passage. Bij regelmaat wordt een info-: brief uitgegeven. Als bezoeker van mijn blog krijgt u hiervoor de mogelijkheid om zich in te schrijven. In het content- script van het boek, zullen eerst de taal en spellingsfouten hersteld worden door een officiele corrector, nadat het alsnog is geredigeerd wordt het uitgegeven. 

Geeft u ook wat aandacht aan de relevante Google reclame, het kost u niets.

Met vriendelijke groet,
Sikko Heinrich Hachmer  
                                                                                                                                                                                                            

Tuesday, May 8, 2012

NICOLAAS BEETS - : [ jose een verhaal 1 A ]

NICOLAAS BEETS [ jose een verhaal 1A ] - Sikko Hachmer

NICOLAAS BEETS [ jose een verhaal 1A ]

Google en Gruppe informatie !!

= http://parpas.nl

Schrijf u in en krijg regelmatig gratis informatie !!
Liebes Freunden / Mitgliedern Seien Sie bitte so freundlich und setzen Sie jeden, der eventuell Interesse an meiner W.k.W Gruppe -: Par-in-Pas / ..... FORUM hat, von unserer Existenz in Kenntnis !!
Ich hoffe, Sie haben ein schönes Tag / Wochenende
W.k.W Freund .. .. ..
Sikko Heinrich Hachmer
Mei 2012
single 49 % - frei 7 % - suchend 36 % - witwe oder witwer 1 % - offene Beziehung 0 % - kompliziert 5 % - vergeben oder verpartnert 0 % - verliebt, 0 % - verlobt 0 % - verheiratet 1 %

W3Counter

Opmerkingen

sikko hachmer - 9 mei 2012 01:48

BRON : Nicolaas Beets (Haarlem, 13 september 1814 – Utrecht, 13 maart 1903), ook bekend onder het pseudoniem Hildebrand, was een Nederlands auteur, dichter, predikant en hoogleraar.



Het was geen dag - het was geen nacht, - Maar 't was dat stil en vredig uur, Dat ademhalen der Natuur, Wanneer aan 's hemels klaar azuur De Zon haar dagreis heeft volbracht, - Als 't blaauwrood waas de kimmen dekt, De schaduw zich langs de aarde strekt, De Maan heur avondpost betrekt, En aan den zuivren, d' effen trans De smetloos-reine zilverglans Der blanke hoornen glimmen doet, En spieglen in den gladden vloed, Waar langs de mist des avonds zweeft, En golfjen ruischt, noch blaadtjen beeft. - De zachtgewiekte zefierstoet Was ingesluimerd, of vergat Door 't loof te dartlen en den vliet Te rimplen; zelfs het popelblad Brak trillende de stilte niet, - Of ruischte 't lover soms, - het scheen (Zoo zacht was 't) als bewoog 't alleen, Opdat de ruste, die het schond, Geen schrikbren doodslaap zou gelijken, Maar 't sluimren van het Leven blijken; Opdat geen huivring 't kalm gemoed Zou kwellen, want in zulk een stond, Moet alles weelde zijn en zoet. II. O God! het is der ziele goed, Wanneer zy 's warelds woest geraas Mag vluchten in een stille plaats, En daar, door aard noch aardsch verdriet Gefolterd, kalm zich-zelv' geniet; Wanneer zy zich met Vrede en Rust, Twee vriendlijke Englen, schaars geduld, Door andrer, of door eigen schuld, Verzoenen mag in hemellust; En in één lieflijk avonduur, Met U-alleen en Uw Natuur, In heilge stilte haar herstelling Mag vinden, of ten minste troost! Voor honderd dagen boezemkwelling, Alleen door slaap en droom verpoosd. III. O, Heilig tijdperk van den dag! Betoovrend is uw zoet gezag, Dat zich geen hart ontveinzen mag; Als gy den schemersluier spreidt Van halfbetwiste duisterheid, Dan ruimen Drift en Dwaasheên 't hart; Geen nieuwe Hartstocht meldt zich aan: Dan vliedt de Boosheid en de Waan; Dan weent de Droefheid zonder smart; Dan bindt de luide Vreugd zich in Tot stil Genot en Kinderzin; De Haat, de Wrok vergeet zich dan, En 't hart wordt vrouwlijk van den man; Dan toeft de Boosheid niet alleen, Want zie, dan werd haar 't harte kleen; En wie van gruwlen zwanger gaat Ontziet zich in het rond te blikken, Uit vrees dat hem zijn moed verlaat, En dat hem de aanblik zou verschrikken Dier rust omlaag, - dier kalmte omhoog, En neêrgeslagen houdt hy 'oog. IV. En wie is hy, in mijmering Verzonken, die den heuvelkling Met trage schreden afgedaald, In 't duister van 't citroenbosch dwaalt, Aan 's beekjens oeverrand? Nu stilstaat en de bruine hand Aan 't diepgerimpeld voorhoofd slaat, En dan ze als moedloos zinken laat, - Soms 't vonklend oog ten hemel heft, En opziet naar 't azuur gewelf, Maar dra, door d' aanblik als verschrikt Die onweêrstaanbaar roert en treft, Weêr somberder ter aarde blikt, Of toornig om zich ziet, als een Die de aard haat en zich zelv', En 't zij hy rondblikt om zich heen, Of inkeert tot zijn eigen hart, Slechts stof tot wrevel vindt en smart. V. En zoo was jose; - 't oorlogszwaard Nam vroeg zijn vader weg van de aard', Eer hy, een zorgloos kind, nog wist Hoe veel men aan een vader mist; Hy had hem teder lief gehad, Zoo lang zijn jonkheid hem bezat; Hy had zyn dood beweend, maar ras Vergeten dat hy weeskind was; Want als de schuldloosheid der jeugd Het pad met rozen strooit van vreugd, Dan hechten smart noch lang verdriet, En blijft, hoe vreeslijk ze ook mag wezen, De felle wond niet ongenezen, Waar soms, in later levenstijd, Geloof en Hoop te kort by schiet, En 't hart ontroostbre pijn aan lijdt; - Hy was een dapper Man geweest, Een Ridder met een ijzren hand, Een vurig hart, een kloeken geest, Een steunzuil van zijn erve en land; Een braaf Hidalgo, en wiens naam Niet vreemd was aan den mond der faam; Maar hy was trotsch, opvliegend, woest, Onbuigzaam als zijn eiken lans, - Ach - dat de zoon des dappren mans Geheel zijn Vader wezen moest! VI. Zijn moeder bleef hem. Schoon en zacht En stil gelijk een lentenacht, Hield zy, in 's hemels wet volleerd, Het hart den hemel toegekeerd. Zy had haar gade teêr bemind, En als die gade 't eenigst kind, Dat uit haar moederlijken schoot, In 't eerste jaar heurs huwlijks, sproot; En toen ze, in 't achtste van dien echt, Haar dierbren zag in 't graf gelegd, Toen bad zy, op de zark geknield, En onder snikkend tranenplengen, Om kracht om wat ze op aard behield Tot eer des hemels op te brengen; Ach, had het in haar macht gestaan, 't Waar jose zeker wêlgegaan: - Maar zy had aanzien, goud en land, En menig trouwloos bloedverwant! Men dwong haar van haar Zoon te scheiden; Geen vrouw - zoo zei men - was bekwaam Een jeugdig Ridder op te leiden, Die eere doen zou aan den naam Zijns vaders; en de knaap toog heen, Met droeve tranen wel in de oogen, Maar toch met vreugde in 't hart met een, Dat hy tot held werd opgetogen, En op een nieuw tooneel verscheen. VII. Een nieuw - maar een tooneel van smart, Noodlottig voor zijn jeugdig hart! 't Was een tooneel van boosheid, haat, Verdrukking, list en eigenbaat, Berooving, hoon, mishandling; ach, Wat leed het jongsken na dien dag, Die hem de poort verlaten zag Van 't ouderlijke slot! Hy leed, maar droeg met trots zijn lot, En boog het hoofd niet, maar verhardde 't Gemoed, betaalde haat met haat, En wee hem! die zijn drift weêrstaat, Maar dubbel in zijn moedwil sarde. Hy wrokte inwendig, fier zijn spijt Verbergende, en den rechten tijd Slechts wachtende ter wraak; - zijn borst Was ijs voor alles wat hem deerde, Maar gloed voor die 't hem aandoen dorst, En vlam voor die zijn trots verneêrde. Zijn moeder stierf - ter dood gekweld, Gefolterd, en beroofd, maar nooit Van 't zacht geduld, dat alles plooit, Noch van 't geloof, dat opwaart ziet. Hy zag haar sterven, en hy keerde Naar 't ledig huis zijns vaders weêr, Waar stugge smart hem 't hart verteerde, En hy der menschen toegang weerde - Hy had op aard geen vrienden meer. 't Is overbodig op te tellen, Wat sints dat krank gemoed moest kwellen; Hy toefde op 't vaderlijke slot Slechts weinig jaren; hy verdween Des nachts, onopgemerkt, alleen; Geen mensch droeg kondschap van zijn lot. VIII Maar nu, - daar is hy weêr in 't oord, Dat hy ontvluchtte; - zeven jaren Zijn met hun wel en wee vervaren - Van jose heeft geen mensch gehoord; Maar zeker, hem had weinig vreugd Het wederspannig hart verheugd; Zijn wang was bleek, en droef zijn trekken, Doch, uit den wrevel van zijn oog Was 't morren van een hart te ontdekken, Dat niet in oodmoed nederboog, Maar dat zijn haat, zijn onbescheid Des hemels roede tegenstelde, Of al zijn rampen overtelde, In ijskoude onverschilligheid; Misschien, - ja, 't scheen zoo uit zijn wezen - Was 't stormen in de borst bedaard Der driften, die in woesten vaart, Hem 't oog verblindden waar zy rezen, - Zy telgen van de Helharpy, - Maar toch haar spoor was nagebleven: Op 't hooge voorhoofd hadden zy Haar naam in rimplen aangeschreven, In groeven op de ontvleeschte wang; Hy had geen acht-en-twintig jaren, En reeds was grijsheid door zijn hairen, En was het sedert lang; Geen enkel mensch sloeg zonder schrik, Op dat gestreng gelaat den blik, Dat huivring joeg in 't hart van helden: Zijn bittren mond ontsloot hy zelden, En immers 't was als speelde er steeds Rondom zijn lip iets hards en wreeds, Dat hen deed wenschen die het zagen, Dat hun geen woord bejeegnen mocht, Van hem, wien elk te schuwen zocht, Wiens blik geen stervling kon verdragen. IX En van waar kwam hy? - Niemand wist Van hem; - of waar - in welke streken, Had hy getoefd? - een dikke mist Bedekte josees spoor, Sints hy de landstreek was ontweken, Waar niemand iets aan hem verloor.

No comments:

Post a Comment